Hoofdstuk 4.3
LoadBearing
Als projectteam wil je kunnen filteren welke onderdelen bijdragen aan de standzekerheid van een bouwwerk. De eigenschap LoadBearing (dragen=TRUE / niet-dragend=FALSE) geef je alleen mee aan de primaire en secundaire constructieve onderdelen. Een voorbeeld:
- Primaire constructieve onderdelen die wel bijdragen aan de standzekerheid van het gebouw hebben dan voor de LoadBearing-parameter de waarde TRUE.
- Secundaire constructieve onderdelen die niet bijdragen aan de standzekerheid van het gebouw (zoals bijvoorbeeld UNP-randregels rond een overheaddeur) hebben dan voor de LoadBearing-parameter de waarde FALSE.
Maatgevend
Zijn elementen deels dragend en worden ze niet opgedeeld gemodelleerd, dan geldt het dragende deel als maatgevend. Let op: ook bij bestaande bouw moet goed onderscheid worden gemaakt tussen dragend en niet dragend.
Uitgangspunt
Je geeft de eigenschap LoadBearing bij voorkeur mee aan elementen uit de volgende NL-SfB hoofdstukken:
- 13 Vloeren op grondslag
- 17 Paalfunderingen
- 21 Buitenwanden
- 22 Binnenwanden
- 23 Vloeren
- 24 Trappen en hellinggen
- 28 Hoofddraagconstructies
- 0- Indirecte projectvoorzieningen (tijdelijke constructieve voorzieningen als stutconstructies, stempels, etc.)
Tip: IFC2x3Tc1: IfcPile heeft geen LoadBearing eigenschap in de Pset_PileCommon. Wanneer je wel wilt aangeven dat deze funderingspaal (wel of juist niet) constructief dragend is, dien je IFC4 te gebruiken of dit aan te geven in een eigen PropertySet.
Praktijkvoorbeelden
- De use case Kalkzandsteen biedt inzicht in hoe je in een ILS om kunt gaan met dragende en niet dragende kalkzandsteenonderdelen.
- De use case Staalconstructie biedt inzicht in hoe je in een ILS om kunt gaan met dragende en niet dragende staalconstructies.