Over NL/SfB

NL/SfB is een classificatie van bouwdelen en installaties (‘elementen’ genoemd). In de bouw- en installatiebranche wordt deze standaard veel toegepast bij het ontwerpen, realiseren en beheren van gebouwen. NL/SfB wordt al jarenlang gebruikt om lagen en objecten te coderen in BIM en CAD-systemen en om informatie van leveranciers van bouwproducten te ordenen. Ook wordt de codering gebruikt in (NEN-)normen voor onder andere bouwkostenbegrotingen en conditiemeting van gebouwen en installaties.

NL/SfB in de digitale wereld

Nadat in de jaren ’80 van de vorige eeuw het CAD-tekenen zijn intrede deed, heeft de NL/SfB classificatie veelvuldig gediend als basis voor de laagindeling van 2D CAD-tekeningen (zie bijvoorbeeld ook de 2D CAD-standaard GB-CAS).

Met de introductie van BIM is de toepassing van de NL/SfB-classificatie alleen nog maar toegenomen. Objecten in BIM-modellen worden vrijwel standaard gecodeerd conform de viercijferige NL/SfB elementcoderingen. Dit stelt gebruikers in staat om objectinformatie in BIM-modellen (of informatiemodellen in het algemeen) te filteren en te sorteren. Met dit doel wordt de NL/SfB-codering voorgeschreven in onder meer de RBS (Rijksvastgoedbedrijf BIM Specificatie) en marktinitiatieven als de BIM Basis ILS en de ILS Ontwerp&Engineering. Talloze bedrijven richten objectenbibliotheken/informatiesystemen in op basis van de NL/SfB.

Voorgeschiedenis

De NL/SfB is een classificatiemethodiek met een lange geschiedenis. De oorspronkelijke Zweedse SfB classificatie dateert van 1947. De classificatie kent vijf tabellen:

In de praktijk wordt vrijwel alleen tabel 1 gebruikt; spreekt men in de bedrijfstak over NL/SfB, dan bedoelt men Tabel 1 – Functionele gebouwelementen. Lange tijd heeft de NL/SfB in Nederland vooral gefunctioneerd als basis voor documentatiesystemen voor bouwproducten. In 1991 heeft de BNA een aangepaste NL/SfB-classificatie gepubliceerd met de ondertitel “Elementenmethode ’91”, als basis voor het maken van elementenbegrotingen. Als zodanig wordt de classificatie anno 2020 nog steeds veelvuldig toegepast in de ontwerpfasen van bouwprojecten. Daarnaast vormt de classificatie een belangrijke basis voor een aantal NEN-normen, waar onder: